Hoe kunnen we helpen?

Je bent hier:

In sommige gevallen mag je gebruikmaken van cameratoezicht. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen cameratoezicht op de werkplek\ en openbaar toegankelijke plekken, zoals horecagelegenheden.

Wanneer is cameratoezicht toegestaan op de werkplek?

Cameratoezicht op het werk kan helpen tegen diefstal of beschadiging van eigendommen. Cameratoezicht veroorzaakt een inbreuk op de privacy van de werknemers en bezoekers. Om deze reden is cameratoezicht enkel toegestaan in bepaalde gevallen. Er moet sprake zijn van:

–       Een gerechtvaardigd belang van een werkgever om de camera’s op te hangen. Daarbij kan je denken aan een vermoeden van diefstal of de bescherming van bezoekers en medewerkers.

–       Het noodzakelijkheidsvereiste voor het ophangen van camera’s. Een werkgever mag alleen camera’s ophangen op het moment dat hij het doel niet op een andere wijze kan verwezenlijken.

–       Een belangenafweging. De werkgever moet een belangenafweging maken met zijn belang en de rechten van de betrokkenen. Daarbij zal de werkgever deze plannen moeten bespreken met de ondernemingsraad.

–       Een PIA. De PIA is alleen verplicht als een werkgever op grootschalige wijze diefstal en fraude bestrijden met cameratoezicht. Dit is het geval als de werkgever hiervoor structureel of gedurende een langere periode cameratoezicht inzet. LET OP: bij verborgen camera’s moet altijd een PIA worden uitgevoerd.

Wanneer is cameratoezicht toegestaan in winkels, horecagelegenheden, sportclubs en zorginstellingen?

Bij het gebruiken van camera’s bij winkels, horecagelegenheden, sportclubs en zorginstellingen gelden dezelfde voorwaarden als bij cameratoezicht op de werkvloer. Dit gebeurt ook met het doel van bescherming van bezoekers, personeel en eigendommen. Er is wel een grotere inbreuk op de privacy van de klanten en werknemers. In eerste instantie mag een winkel, horecagelegenheid of sportclub geen verborgen camera’s ophangen. Dit mogen zij doen op het moment dat zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • als zij geen einde kunnen maken aan diefstal of fraude;
  • als de plaatsing van verborgen camera’s tijdelijk is;
  • als de inbreuk op de privacy van de klanten, bezoeker en werknemers zo klein mogelijk is; (dus niet in het pashokje, toilet, sauna etc.)
  • als de ondernemer de werknemer heeft gewezen op de verborgen camera’s via een reglement voor cameratoezicht/personeel.
  • als de ondernemer de werknemers achteraf informeert van het gebruik van de camera’s; en
  • als er een DPIA vooraf is gegaan aan de toezicht.

Wat zijn de rechten van werknemers en bezoekers omtrent cameratoezicht?

Werknemers en bezoekers dienen altijd op de hoogte te worden gehouden van camera’s en voor welk doel deze er hangen. De AVG brengt de volgende rechten met zich mee die ook van toepassing zijn op camerabeelden:

  • het recht op inzage;
  • het recht om vergeten te worden;
  • het recht op beperking van de verwerking; Het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik.

Welke bewaartermijn is gekoppeld aan cameratoezicht?

Een werkgever mag camerabeelden niet langer dan noodzakelijk bewaren. Zij moet hiervoor een bewaartermijn hanteren. De richtlijn hiervoor is 4 weken. Bij ontdekking van diefstal mogen de beelden bewaart worden zolang als nodig voor de afhandeling van het incident.